Zo kan je tóch veel eten, én afvallen tegelijk

Als je wil afvallen lijkt het soms alsof je veel te weinig eten binnenkrijgt en ‘’afsterft’’ of ‘’uithongert’’. Als dat zo is dan pak je het waarschijnlijk verkeerd aan. Het werkt op korte termijn wel, maar het is lastig om het op lange termijn vol te houden. Met de volgende tips eet je toch veel, maar kan je nog steeds afvallen.

Volume

Wat je aan eten nodig hebt is natuurlijk eten, wat redelijk veel volume heeft maar niet veel calorieën bevat. Denk bijvoorbeeld aan broccoli en sla. Een voorbeeld: een avocado van 200 gram bevat ongeveer 400 calorieën, terwijl een kilo sla 240 calorieën zitten, en in een kilo broccoli 330. Je krijgt dus ongeveer 5 keer zoveel gewicht aan eten binnen, maar minder calorieën. Minder calorieën is essentieel om af te vallen. Eet je immers meer calorieën dan je behoefte, dan kom je aan. Eet je minder calorieën dan je behoefte, dan val je af.

Vezels

Je kent het wel, soms als je gegeten hebt dan heb je 5 minuten later weer honger. Maar soms dan eet je, en dan zit je de volgende 2 uur goed vol. Dat gevoel wil je natuurlijk hebben, zodat je zo min mogelijk kan eten maar toch het gevoel hebt dat je vol zit. Daarom moet je kiezen voor soorten eten die langzaam verteren. Langzaam verterende vezels zijn dan de beste optie, omdat die ook nog eens heel erg goed zijn voor je gezondheid, en veel mensen deze vezels te weinig binnenkrijgen. Deze vezels vind je vaak in natuurlijke vormen van koolhydraten, die geen suikers zijn. Fruit werkt daarom niet zo goed, omdat alle fruitsuikers juist heel snel opgenomen worden in je lichaam. Broccoli of crackers (van tarwe) werken wel heel goed om je langer vol te houden, omdat hier veel vezels inzitten die dus langzaam verteren.